Bidden. Onlangs
sprak ik met iemand over bidden. En ik ben er nog zomaar wat over aan het
denken. En ik heb er mijn gedachten zomaar over opgeschreven. Verbazingwekkend soms, wat er dan op papier komt, wat een drukke bedoening toch in mijn hoofd. Hopelijk brengt het neerschrijven wat structuur in mijn gedachten.
We vertelden elkaar dat we, als we naar onze gebeden kijken, dikwijls moeten
zeggen dat we belanden in een opsomming van behoeften, verlangens, wensen. Wilt
U dit, geeft U dat. En dat kunnen heel geoorloofde wensen zijn. In het gunstigste geval leggen we ze eerbiedig
voor de Heere neer, met de belijdenis: Om Jezus' wil.
Je kunt God ook
als het ware bijna iets afdwingen. Om uiteenlopende redenen. Misschien heb je
in je hart wel het gevoel dat je min of meer recht hebt op dit of dat. Omdat je
maar niet begrijpt; waarom wordt de een bijna op zijn wenken bediend, en moet
een andere een leven lang bedelen?
Ik herken dat wel, als ik eerlijk ben. Hij of
zij kreeg het toch ook? Waarom zij wel en ik niet? Maar laten we eerlijk zijn;
soms kan de nood zo hoog zijn dat je de hele dag aan het zuchten bent, naar
boven. En dan bekruipt je soms de gedachte: Hoort de Heere mij eigenlijk wel? Nog
erger: wijst Hij me niet af in Zijn toorn, om wie ik ben? Dat zou immers Zijn recht
zijn?
Wat een
vragen kunnen er door je heen gaan. Zeker als het gaat om heel geoorloofde, maar
toch schijnbaar ongehoorde of onverhoorde gebeden. Hoe kun je soms worstelen. Heere,
geeft U mij alstublieft meer energie en meer ruimte in mijn hoofd, dan kan ik
vruchtbaarder zijn in gezin, kerk en samenleving. Wat kun je lang bidden om van
een kwaal te mogen genezen. Of om de bekering van die dochter of zoon. Of om
meer verbinding in je huwelijk. Om genezing van een doodziek kind. En toch. Geen
uitkomst.
Soms raken
we moedeloos en stoppen we maar met bidden. Zoals die jongen die bij de dominee
zat en in snikken uitbarstte: "U moest eens weten hoeveel ik ervoor
gebeden heb en nu kan ik niet meer bidden.
Toch mogen
we weten: er bestaan werkelijk geen ongehoorde gebeden. Ps.
65:3a Gij hoort het gebed. Tot U zal alle vlees
komen. De Heere hoort ons altijd. Dat mag ons echt wel tot uitzonderlijk grote
troost zijn
Maar laten we even eerlijk zijn: hoe dikwijls hebben wij er al niet een voorstelling van, hoe Hij ons zou kunnen (of moeten!) verhoren. O wat willen we veel! En wat denken we het soms goed te weten. Is dat ten diepste niet het probleem van de in onze ogen onverhoorde gebeden?
Je kunt soms
denken iets echt nodig te hebben maar wat weten wij nou eigenlijk.
Hoe prachtig
is het, als je in je gebed je nood eenvoudig aan Hem bekend maakt, en de
uitkomst in Zijn handen durft leggen. Dan is je eigen wil weg en blijft er
vertrouwen over. Dat Hij als een
liefdevol, trouw en wijs Vader, het je aan niets zal laten ontbreken, wat voor
jou nodig en nuttig is. Dat wil niet zeggen dat je altijd krijgt waarom je
vraagt. Want soms zou het helemaal fout aflopen als God ons gaf wat we vroegen.
Denk maar aan Petrus, die uitriep: Heere, ga uit van mij, want ik ben een
zondig mens. Wat gelukkig dat de Heere dat gebed niet verhoorde. Dan was het
voor hem allemaal echt hopeloos geworden.
Ik citeer dat bekende geschriftje: Ik vroeg om
kracht, en kreeg problemen om me sterk te maken. Ik vroeg om wijsheid, en ik
kreeg problemen om die op te lossen. Ik vroeg om moed, en kreeg gevaar om te
overwinnen. Ik vroeg om steun, en ik kreeg kansen. Ik kreeg niks waar ik om
vroeg. Ik kreeg alles wat ik nodig had.
Dat wil niet
zeggen dat het niet goed zou zijn om te vragen: Geef. Of: Wees mij.. Dat zegt Gods Woord ons zelf voor.
Het meest
volmaakte gebed heeft de Heere Jezus ons zelf geleerd.
Onze Vader,
Die in de hemelen zijt, Uw Naam worde geheiligd. Uw Koninkrijk kome, Uw wil
geschiede, gelijk in de hemel, alzo ook op de
aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood, en vergeef ons onze schulden
gelijk ook wij, vergeven onze schuldenaren. En leid ons niet in verzoeking, maar
verlos ons van de boze. Want van U is
het Koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid, tot in der eeuwigheid, Amen.
In de Bijbel vind ik ook mensen die bidden, in allerlei situaties tot God.
Ik vind in
Psalm 6: Wees mij
genadig, HEERE, want ik ben verzwakt; genees mij. In Psalm 30 lees ik: wees mij een Helper.. In Psalm 31: Wees mij genadig, HEERE! want mij is bange.
Psalm 57 zegt: Wees mij genadig,
want mijn ziel betrouwt op U. Psalm 71: Wees mij tot een Rotssteen, om daarin te wonen, Jesaja roept in hoofdstuk 38: ik word
onderdrukt, wees Gij mijn
Borg. en bij de belgering van Jeruzalem smeekt de koning: O, HEERE! neig Uw oor en hoor, doe, HEERE! Uw ogen open. Ook de profeet
Elisa bad: Heere open zijn ogen, dat
hij zie! En in het Nieuwe Testament zegt de tollenaar uit de gelijkenis: O God!
wees mij zondaar genadig!
Toch - en wat
een mooie ontdekking vond ik dat- wordt
hiermee richting God geen oplossing aangedragen, maar er wordt gepleit op Gods
eigenschappen. Is dat feitelijk niet de kracht van ons gebed? Bij de Heere
pleiten op wie Hij heeft toegezegd te willen zijn?
Paulus zegt,
terwijl hij in Rome gevangen zit, tegen de Filippenzen in Hoofdstuk 4:6 Weest in geen ding bezorgd; maar laat uw
begeerten in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij
God; Daar zit een opklimming in. Spurgeon zegt daarover: Twee delen gebed, een
deel lofprijzing. Zit dat in bovenstaande niet ingesloten?
Maar zo nadenkend
kwamen we in ons gesprek op wat een dominee eens aanhaalde in een preek over
het neerleggen van onze nood bij de Heere; Is er die parallel met de manier
waarop Maria, de moeder van onze Heiland, de nood rond de wijn op de bruiloft
in Kana aankaartte. Want hoe opvallend, wat ze daar zegt. En dat mag ons zo
heerlijk eenvoudig tot een voorbeeld zijn.
Ze vraagt
niet of Jezus wil zorgen dat de bruiloft niet verstoord raakt. Of Hij wil geven
dat het bruidspaar zich niet hoeft te schamen omdat ze geen wijn meer kunnen
schenken. Ze vraagt niet eens of Jezus wil zorgen dat er weer wijn komt. Hoewel
de Heere Jezus natuurlijk al lang wist, hoe de zaken er voor stonden (!) zegt
ze heel eenvoudig: De wijn is op. Klaar. De rest liet ze aan Hem over. In
geloof gaat ze naar de knechten en zegt: wat Hij u zegt, doet dat.
Nogmaals; hoeveel
je ook van God kunt, wilt en mag vragen; laten we het maar kinderlijk eenvoudig
houden. En simpel zeggen wat je ontbreekt. En Hem geen oplossing voorzeggen,
want dat doe je zo snel, toch? Heere, dit of dat mankeert er aan. Wilt U.. en
dan zeg je Hem soms bijna voor hoe Hij het moet of kan oplossen. Vervallen wij
niet dikwijls in een stortvloed van pleiten door redeneren argumenteren
richting de Heere? Dat doet een kind ook niet bij moeder. Dat zegt gewoon: mama
ik heb buikpijn. En hij draagt daarbij geen oplossing aan maar vertrouwt zich door
zijn klacht te uiten meteen aan de liefdevolle wijsheid van de moeder toe. In
normale omstandigheden dan. En zo mogen ook wij -schuilend achter Christus-
gewoon zeggen wat ons ontbreekt. Hij spoort ons daar Zelf toe aan. Want het is
God Zelf Die spreekt in Psalm 81.
We mogen de Hemelse Geneesheer eenvoudig zeggen wat er mankeert. En Hem niet de
behandeling voorschrijven. Gewoon. Terug naar wat je voelt. Ik heb pijn, Heere.
Want mijn kinderen geloven niet in U. De gemeente is zo in slaap gesukkeld. Er
is zo'n tekort aan vertrouwen op U in mijn hart. Ik heb verdriet vanwege zoveel
nood in de wereld en omdat het recht struikelt op de straten. Of dingen die ons
aards bestaan betreffen. Ik weet niet hoe ik deze maand moet rondkomen. Ik zie op
tegen deze dag. Mijn kind is bang op school. Het werk wordt mijn man zo zwaar..
Maar dan mogen we ook danken en
belijden dat nu bij Hem de volheid is. Volheid aan Goddelijke wijsheid. Volheid
aan Goddelijke wetenschap. Volheid aan Goddelijke liefde. Volheid aan
Goddelijke trouw. Volheid aan Goddelijke goedheid. Zo mogen we Hem Hem prijzen
voor Wie Hij is. En in vertrouwen zeggen: bij U Heere, is de levensbron. Ook de
bron van Wijsheid, om mij toe te delen, wat U mij moet geven. Dan
mag je je in kinderlijk vertrouwen op Hem verlaten. Hem niet
loslaten, maar Hem wel vrijlaten. En dan kun je zelfs zover komen, dat je zelfs
kunt danken, voor de begeerten van je hart die Hij niet vervult. Wat een
geheim!
p.s.
Ik ga twee andere vriendinnen voorstellen aan de hand van deze gedachtespinsels nog wat verder te praten en heb er een paar vragen bijgezet als leidraad.
Gespreksvragen
1. Kun
je in je eigen woorden weergeven hoe de Heere ons heeft bevolen te bidden ; wat
is een Gode behaaglijk gebed?
2. Hoe zijn onze gebeden opgebouwd?
3. Hoe zit dat met die onverhoorde gebeden?
4. Wat zijn gebeden van de Heiland?