Zoeken in deze blog

woensdag, september 05, 2012

He- heeeeeeeeeee .... Nazomer


Hèhè…. Het is weer september; we zijn er. Raar hè, zo’n gevoel heb ik altijd als de meteorologische herfst aanbreekt. Niet dat het dit jaar veel verschil maakt wat de weersomstandigheden betreft, het is even lekker als die mooie weken die augustus ons gaf. Maar toch… als de nazomer aanbreekt daalt er toch een soort rust in me. Alsof je een lange autorit hebt moeten maken met een knipperend olie peil- lampje of zo. Dan kom je thuis en dan zeg je : Poeh… we zijn er..  gelukkig.
Zinderende zomerhitte is niet zo mijn ding. Mijn moeder kon vroeger uren in de hete zon zitten, terwijl ik het liefst de schaduw opzocht.. Ik ben echt nergens, hoor, als het heet is. Binnenshuis kan ik dan best nog wel wat werk verzetten, maar echt midden in de zon, dan schiet mijn werkvermogen op slot. Het gaat gewoon niet meer. Ik val dan stil. Prprprprpr-pr-pr-plof. Uit.  Zeg maar. Maar nu het september is, vindt in mij een omwenteling plaats. Niet, dat ik dan opeens wel in de zon ga staan prutsen, maar kijk… de periode van gas terug is dan aangebroken. De kakelbonte vertoning die de zomer vaak is, het ‘moeten’ genieten van DE ZOMER, het lawaaierige toeristengedoe..   in september mag alles tot rust keren. Alles MOET niet meer; alles mag, zo voelt dat.

Tegelijkertijd komt er een begin van die rare melancholiek opzetten, die aan de verkleurende bomen, de prachtige bessen, de kruidige geuren, de ochtendnevels en de mossige geur van vochtige omgeploegde aarde gepaard gaat. De linden kleuren hier al voorzichtig geel, de populieren worden dunner van blad, het pittig ruikende blad ligt al onder aan de dijken, en ik had weer voor het eerst  kippenvel toen ik bij kaarslicht buiten zat.
 
De volkstuintjes hebben hun rijke oogst weer geleverd, evenals de akkers, waar grote of minder grote landbouwmachines hun krachtig werk weer hebben verricht. Met karrenvrachten vol is de opbrengst naar de opslagplaatsen gereden. Geweldig gezicht,die oogstijd... 
 
                                      
                                      
Ook de ganzen beginnen op te breken, ze komen in prachtige grote V-formaties over het dorp vliegen, ooit las ik een heel leerzaam verhaal over die ganzen,  ik zou hem nog eens moeten nalezen; die p.p.s. met De Les Van De Ganzen.... Ik zag ook zwermen kieviten door de lucht gaan, in  stijgende en dalende vliegbewegingen. En… de spreeuwen, onzichtbaar  weggedoken in de donkerrode Japanse Kers, kwetteren er lustig op los. Ik vraag me af wat ze elkaar vertellen. Bespreken ze de route die er aan zit te komen, naar heinde en/of verre?                                                                                                                                                                   

                                                                            




De nazomer. Heerlijk, maar ook een beetje treurig, ik besef dat niet iedereen dit zo ervaart, maar ik weet ook zeer zeker dat menigeen zich in dit gevoel herkent. Wat doe jij tegen die rare melancholiek, of laat je het maar gewoon over je heen komen?  
 

 

Binnenkort hoop ik weer een simpel restmaterialen-klusje te plaatsen, me al lang diep schuldig voelend dat ik zo lang weer niet had geschreven… Ik bloos. Oké?

Ps. De hommeltjes zijn allemaal uitgevlogen, toen ik het nestkastje openmaakte om te zien hoe het er nu uitzag, zo'n hommel woning, vond ik niet meer dan een komvormig zacht bodempje, zo'n soort knikkerputje maar dan van haartjes en weet ik veel allemaal gemaakt. Heel kunstig! Maar wel heel leeg.  

Blogarchief